De verkoop van fietsen in Nederland maakte in 2021, mede als gevolg van de aanhoudende leveringsproblemen en de wereldwijde coronacrisis, pas op de plaats. Het verkoopvolume daalde met bijna 16 procent tot 923.000 eenheden. Dat de branche toch een omzet van 1,5 miljard euro wist te realiseren – het op een na hoogste niveau ooit en een verdubbeling ten opzichte van 10 jaar geleden – was mede te danken aan de populariteit van de e-bike. Deze is inmiddels goed voor 52 procent (exact 51,8) van de totale markt.
De afzet van e-bikes daalde in 2021 weliswaar met 12,5 procent tot 478.000 stuks, maar het marktaandeel nam per saldo toe tot 51,8 procent. Ruim drie kwart (76%) van de omzet uit fietsverkoop komt inmiddels voor rekening van de elektrische fiets. Dat de e-bike voor het eerst de conventionele fiets in volume is gepasseerd noemde Huub Lamers, voorzitter sectie Fietsen van RAI Vereniging, een memorabel moment.
Met een gemiddelde prijs die het afgelopen jaar uitkwam op bijna 2.400 euro (+6%) leverde de e-bike opnieuw een substantiële bijdrage aan de omzet van de sector. Bij de fietsspeciaalzaken, waar de aanschaf van e-bikes slechts een geringe daling liet zien (- 5,8%) steeg de gemiddelde prijs die een consument voor een e-bike betaalde zelfs tot 2.500 euro. Van de bijna een half miljoen fietsen die in 2021 werden verhandeld, werd ruim 10 procent online aangeschaft. De prijs via dit kanaal bleef onveranderd en kwam uit op 2.077 euro.
De sectievoorzitter toonde zich voor het lopende jaar optimistisch. Hij zei veel positiviteit in de markt te ervaren. “De fiets blijft een goedkoop én gezond alternatief. Zeker bij de huidige torenhoge brandstofprijzen.”