Een mijlpaal in het beheer van fietsroutedata: sinds begin april zijn de regionale fietsroutedata van vier provincies (Groningen, Friesland, Drenthe en Utrecht) gekoppeld aan de landelijke routedatabank. Voortaan stroomt actuele regionale routedata automatisch door naar het landelijke systeem.

Vorig jaar werd de ICT-oplossing voor deze koppeling ontwikkeld en getest. Nu de koppeling in vier provincies is geïmplementeerd, worden wijzigingen in de regionale netwerken sneller en efficiënter verwerkt. Dit zorgt voor actuelere gegevens in de landelijke routedatabank en maakt de data beter toepasbaar. Uiteindelijk gaan de kosten voor landelijk databeheer omlaag, doordat minder nabewerking van data nodig zal zijn.

Verwerken van wijzigingen

De routedatabank is een belangrijke tool van het Fietsplatform en Wandelnet om het routeaanbod in Nederland landelijk te beheren, te positioneren en te ontsluiten. De fietsroutedata bestaat uit regionale data van de bijna 40 knooppuntnetwerken en landelijke data van LF-routes. Regionale netwerkbeheerders, met name routebureaus, beheren hun eigen data: de locaties van de knooppunten en het actuele verloop van de trajecten daartussen. Zij verwerken wijzigingen zelf, variërend van kleine aanpassingen tot volledige herzieningen.

Van handmatig naar geautomatiseerd

Tot voor kort verwerkte Fietsplatform deze mutaties vooral handmatig in de landelijke routedatabank. Een complex en foutgevoelig proces. Daarom is in samenwerking met een werkgroep van routebureaus onderzocht hoe dit efficiënter kon en of een geautomatiseerde koppeling van regionale fietsroutedata en de landelijke routedatabank mogelijk zou zijn.

Grote onderlinge verschillen

Tijdens dit onderzoek werd duidelijk dat dit zeker kan, maar dat er grote regionale verschillen zijn in de manier waarop de routedata in de bronsystemen wordt bijgehouden. Elke provincie heeft het netwerkbeheer anders georganiseerd, waardoor ook de dataorganisatie en -registratie overal anders is vormgegeven. Dit, én de ‘leeftijd’ van de databestanden, zorgt voor unieke uitdagingen bij het koppelen van de regionale data aan het landelijke systeem.

Eerste fase succesvol

In de afgelopen maanden is samen met de routebureaus gewerkt aan de toepassing van de ICT-oplossing. Voor de technische uitwerking is samengewerkt met Irias Informatiemanagement. Zij hebben hun ‘Netwerktool’ doorontwikkeld om de beschikbare brondata in al hun verschijningsvormen koppelbaar te maken.

Projectleider John van Echtelt: De eerste drie pilotprovincies waren Groningen, Friesland en Drenthe. Uiteindelijk haakte ook de provincie Utrecht aan. Omdat het Utrechtse routenetwerk net volledig is gereviseerd, was dit het ideale moment om de nieuwe routedata correct en via het geautomatiseerde werkproces in de Routedatabank te krijgen. Daarmee konden we direct al veel handmatig mutatiewerk besparen.’

Landelijke uitrol

De vier routebureaus zijn enthousiast over de samenwerking en het resultaat. Met de ervaringen uit deze eerste fase werkt het Fietsplatform nu toe naar een landelijke uitrol, die we nog dit jaar willen afronden.

Vergelijkbare berichten